maandag 12 mei 2014

De liefde van een grote zus

Het doet me zo'n deugd als iemand hem vernoemd.
Zomaar.
Zonder aanleiding.

Hanne doet dat de laatste tijd weer wat vaker.
M'n zus vroeg haar vriendinnetje of zij een zusje of broertje heeft.
Een zusje, was het antwoord.
Zonder op te kijken, reageerde Hanne ook.
 'Ik heb een zus én een broer.'
Ze speelde ongestoord verder.
M'n hart wordt warm.
Voor haar is hij er ook zo duidelijk bij.

Ik ruim de tafel af.
Hanne eet nog een dessertje.
'Mama?
Toen jullie me vertelden dat Mats ging doogaan...
toen waren jullie aan het wenen hé?
Toen zat Mats nog in jouw buik en leefde hij nog!
Ik heb toen ook heel hard geweend hé, mama?'
Ja liefje, dat blijft me eeuwig bij.
Die hartstochtelijke schreeuw.
'... Toen heb jij me een boekje voorgelezen over een storm in de buik en het kindje dat daarin zat, dat ging vliegen.'
'Mijn dessertje is op, mama, mag ik gaan spelen?'

We zitten in de auto.
Een vrolijk zingende Kaatje op de achtergrond.
'Mama? Baby'tjes die niét te vroeg geboren worden, zien die ook zo rood?'
Mijn vrolijke vijfjarige dochter vraagt zich zoiets af.
Op het midden van de dag.

Mamadag voor de tweede kleuterklas.
Ik knutsel met Hanne.
Ze kiest een ster-uitsteker.
Ik steek de sterretjes uit in verschillende kleuren.
Ze kruipt een beetje dichter tegen me aan.
Ze neemt een sterretje vast.
'Dat is Mats, mama.'

Ze denkt aan hem.
Gedenkt hem.

Ik zie mezelf, als zevenjarig meisje.
In Max' slaapkamer.
Ik speel met mijn pop, alsof het een echte baby is.
De echte baby ontbrak.
Uren bracht ik door in dat kamertje.
Alle meubeltjes nog op hun plek.
Het rook er nog naar hem.
Ik luisterde één liedje op mijn casettespeler.
Opnieuw.
En opnieuw.

Ik luister er vandaag nog eens naar.
Ik sta terug in dat kamertje.
Zelfs de geur komt terug.

Ik denk aan hem.
Gedenk hem.