woensdag 27 november 2013

It's been 4 weeks since we said goodbye...

Vier weken is het geleden, dat ik m'n kleine jongen voor het laatst voelde bewegen.
Wétende dat hij in de daaropvolgende uren stilletjes in slaap zou vallen, om nooit meer wakker te worden.
Vier weken van verdriet, gemis en verlangen naar een realiteit die de onze niet is. 

Morgen is het Thanksgiving. Een mooie feestdag. Een feestdag die we, door onze verbondenheid met de VS, geregeld vierden. We waren steeds zo dankbaar voor wat we hadden.
En nu?
Ik voel me niet dankbaar.
Ik wéét dat ik het wel zou moeten zijn, dankbaar om al hetgene het leven me wél al gegeven heeft in de bijna 30 jaar dat ik erin rondloop.
Ik ben opgegroeid in een liefdevol gezin, dat één geheel bleef, ondanks het feit dat er ook een kind fysiek ontbreekt.
Ik ben vlotjes door mijn schoolcarrière gevlogen, en heb de kans gekregen veel te reizen.
Ik heb genoten van het studentenleven en kreeg meteen de job die ik wilde, waarbij ik getuige mag zijn van de meest intieme, intense momenten in het leven van talrijke mensen.
Ik ben getrouwd met mijn grote liefde, die de ongelooflijk zorgzame papa is van onze twee fantastische dochters, én van ons sterrenkind.
Zoveel om dankbaar voor te zijn, en toch voel ik het niet ten volle...
Hoe kan ik dankbaar zijn voor wat het leven ons vier weken geleden heeft toebedeeld?

Ik ben dankbaar dat ik Mats heb mogen dragen, elke dag, elk uur, elke minuut en elke seconde van zijn veel te korte leven.
Hoeveel verdriet het ons ook gedaan heeft en nog steeds doet en waarschijnlijk altijd zal doen, dat we hem zo vroeg hebben moeten afgeven.

Lieve jongen van me,
ik draag je met me mee
voor altijd...


maandag 25 november 2013

Nieuw Normaal

Het lijkt me beter te lukken normaal te functioneren in het dagelijkse leven, het moet ook echt wel. Maar ik voel me alsof ik twee kanten heb.
De buitenkant, die lijkt mee te draaien, kan lachen, babbelen over koetjes en kalfjes, en zelfs geregeld over Mats kan praten zonder de tranen te verbijten. Ik moet er ook niet altijd moeite voor doen.
En de binnenkant, waar een continu snijdende pijn aanwezig is, en chaos, en onrust.

Ik loop rond in de stad, of winkel of thuis, en lijk steeds op zoek naar iets. Ik kon niet zeggen naar wat...tot gisteren.
Ik besefte plots dat ik op zoek ben naar hem.
In dingen om me heen, die ik zie, die ik hoor, die ik ruik...
Ik ben voortdurend aan het proberen meer over hem te weten te komen, hem beter te leren kennen.
Alsof je naar de gynaecoloog gaat en in spanning afwacht hoe groot je kindje al geworden is, hoe het beweegt, hoe het eruit ziet, of het een jongen of een meisje is.
Alsof je zit te wachten op het eerste woordje van je kind.
Alsof je de minuten zit af te tellen tot je je kind kan gaan halen na zijn allereerste schooldag, om te horen hoe het geweest is.
Over een paar weken krijgen we hopelijk alle medische resultaten in verband met Mats' vroeggeboorte.
Als die dag geweest is, zal ik nooit iets nieuw meer over hem leren...
Dat is zijn leven dan geweest.

Een lotgenote schreef over de periode na de geboorte van haar overleden kind:
' Each venture into the world would hold the potential to shock me.'
Het klopt helemaal.
Ik loop rond in de wereld, en kleine details of gedachten kunnen plots zo confronterend zijn, dat ze me doen happen naar lucht. Het voelt alsof mijn hart gewoon steeds opnieuw breekt.
Zwangere buikjes, gezinnen met 3 kinderen, de vervaldatum op de boter in de koelkast, strijken en beseffen dat je zijn kleertjes nooit zal strijken.
Maandagen, omdat ik telkens aan een volgende zwangerschapsweek begon op maandag.
Dinsdagen, omdat dat de laatste dag is van de week waarop ik perfect gelukkig was.
Woensdagen, omdat de grond onder onze voeten wegzakte op een hele vroege woensdagmorgend.
Donderdagen, omdat hij geboren werd op een donderdag.
Vrijdagen, omdat we hem op een vrijdag voor de allerlaatste keer gekust hebben.

Rouw is zo enorm uitputtend.
Het vooruitzicht heel m'n leven dit verdriet te dragen, is zo zwaar.
En toch is dit onze 'nieuw normaal'.

Ik ga slapen, ik wil dromen
van een kindje in de wieg.
Ik ga slapen, ik wil dromen
dat jij in mijn armen ligt.
Ik ga slapen, ik wil dromen
dat ik droom.

donderdag 21 november 2013

Kleine broer


Hoe vertel je je dochters dat het broertje waar ze zo naar uitkeken geboren zal worden en zal sterven?

We hadden het de meiden redelijk vroeg verteld, dat er een baby'tje groeide in m'n buik. Hanne was al lang aan het vragen wanneer ze nu nog een broertje of een zusje kreeg.
Toen we 't vertelden is ze beginnen wenen van blijdschap. Ik wist niet dat een 4-jarige dat kon. Ze was zo emotioneel, zenuwachtig lachend, terwijl de tranen over haar wangen liepen.
Ons geheimpje bleef niet lang geheim, ok dat kan een 4-jarige dus écht niet. De volgende dag al, toen ik haar bij familie ging ophalen,  liep ze glimlachend naar me toe, legde haar hoofd tegen mijn buik en riep: 'Oh mama, uw buik is al gegroeid!!'.
Dat het een broer werd, hebben we dan maar bewust verzwegen.
Ik moest goed bijhouden hoe groot ons kindje was, want kreeg om de paar dagen wel weer de vraag: 'hoe groot is ons baby'tje nu?'.
Als we 's avonds samen in de zetel zaten, legde ze haar hand vaak op m'n buik, wreef erover en keek liefdevol in mijn ogen. Ik geloof dat Hanne echt al hield van haar broertje.
Als mensen de meisjes aanspraken over het baby'tje dat groeide in mama's buik, zei Hanne steevast dat het een zus werd. Liv was er dan weer zeker van dat het een broer was.
Ik had met Hanne al wel gesproken over de mogelijkheid dat ook dit kindje te vroeg geboren zou worden, zoals Liv. Ik weet niet in hoeverre ze zich die periode herinnert, maar ze leek te begrijpen dat zoiets mogelijk gepaard zou gaan met veel ziekenhuisbezoekjes.

En toen kwam die verschrikkelijke nacht.
Hanne was gelukkig bij oma en opa gaan logeren, Liv lag op de pediatrie.
Liv heeft me gezien de dag nadien, en had vooral veel vragen over de prikjes die mama allemaal had gekregen. Verder hebben we haar nog niets verteld, dat zou voor haar te ingewikkeld worden. We hebben oma en opa gevraagd om Hanne nog niets te vertellen, maar 's avonds met haar langs te komen. Mats was toen nog niet geboren.
Toen ze de kamer binnenkwam zag ik de verbazing, onzekerheid en een flits van enthousiasme in haar ogen. Ik denk dat ze heel even gedacht moet hebben dat het moment daar was dat haar broertje gezond en wel geboren zou worden. Tijdsbesef is zo moeilijk nog op die leeftijd.
We hebben samen met haar op het bed gezeten, en hebben haar verteld dat ons baby'tje véél te vroeg  geboren zou worden, en dat hij nog veel te klein zou zijn om bij ons te blijven. Hij zou een sterretje worden aan de hemel. Omdat we het zelf na een paar woorden al niet meer droog konden houden, is ze hartstochtelijk beginnen wenen, ze vloog Wim om de hals. Zoveel tranen, die lieve meid.
De vroedvrouwen hadden ons voorzien van een mand met boeken, voor ons en voor de meisjes. Toen onze tranen gedroogd waren, lazen we samen het boekje 'In de zee van mama's buik'.
Wat was het moeilijk een boekje, over een kindje dat een sterretje wordt in mama's buik, voor te lezen aan onze dochter.
Veel knuffels en kusjes later, vertrok ze weer met oma en opa. Wat moet er in haar hoofdje omgegaan zijn...
Ik ben zo trots op haar. Dat ze, met alles wat ze al heeft meegemaakt, toch al zo'n prachtmeid is geworden.

Mats werd die nacht een sterretje, een mooie grote felle ster.
Ik voelde hem rond middernacht nog een keer bewegen. Ik sloot mijn ogen en genoot van zijn aanwezigheid.
Toen ik een tijdje later mijn ogen weer open deed, zag ik door het raam een hele felle ster. Ik zag bijna niets zonder bril, en toch zag ik dié ster.
Ik voelde hem nooit meer bewegen.
Zijn ster heeft me de nacht doorgeloodst.

De uren na Mats' geboorte leek mijn hoofd in een waas te zitten, ik heb een aantal uren vrijwel niet geweend. Het leek of mijn tranen even op waren.
Gelukkig is het in die periode dat de meisjes langsgekomen zijn. Hanne was wat angstig toen ze binnenkwam en ze Mats in mijn armen zag liggen. Liv vond het wel gezellig, zo met z'n allen. Ze kwam meteen kijken, raakte hem aan, wilde hem vasthouden en kusjes geven. Omdat Liv zo enthousiast was en helemaal niet bang, kwam Hanne ook stilletjes aan dichterbij. Beetje bij beetje zag je haar openbloeien, ze kreeg niet genoeg van hem. Elk deeltje van zijn kleine lijfje werd aandachtig bestudeerd. Zijn piemeltje vonden ze allebei nog het speciaalste!
Wim nam ondertussen veel foto's. Ik vind het spijtig dat we geen foto hebben van ons allemaal samen. Dat zijn dingen waar je niet aan denkt op zo'n moment. Ik ben Wim heel dankbaar dat hij wél aan foto's heeft gedacht. Het doet goed om iets tastbaar te  hebben, om dat moment te koesteren.
Het was eigenlijk heel mooi en sereen, hun kennismaking met hun broer...

's Avonds zijn de meisjes bij bommi en bompa beginnen vragen of ze toch nog eens één keertje naar Mats mochten om hem nog één kusje te geven. De volgende ochtend hebben we hen die kans gegeven.
Mats, gekoesterd door zijn liefdevolle grote zussen.

Thuis wordt er geregeld over Mats gesproken. Zijn foto's staan op de kast, naast die van zijn zussen. Hij hoort erbij.
De meiden zullen nooit kunnen helpen bij het verschonen van zijn pampertjes, ze zullen hem niet aan het lachen kunnen brengen met hun zotte toeren, ze zullen hem niet kunnen knuffelen, of helpen bij zijn eerste groentepapje. Maar ze zullen wel over hem kunnen praten. Dat is al wat we hebben.

Liv vindt het nu de normaalste zaak van de wereld. 'Mats is in de hemel hé? Nu kunnen we hem niet meer zien, maar wél op foto's hé?'.
Hanne zegt dat Mats dikke vrienden is met de maan. 'Ahja, want sterretjes staan héél dicht bij de maan, hé?'. 's Avonds voor het slapen, vraagt ze vluchtig of we nog een nieuw baby'tje krijgen.

Gisteren vroeg Hanne of ik Mats zijn naam nog eens kon schrijven voor haar. Een paar minuten later liet ze me vol trots zien hoe ze nu helemaal alleen 'Mats' kan schrijven. Haar tekeningen zijn nu bijna allemaal voorzien van 'Hanne M' en 'Mats' of 'Stam'.

Onze klein man leeft op die manier een beetje voort in zijn zussen, in ons.

Ik stuur je vlinderkusjes op vleugels van de wind, mijn engel, mijn kind.



dinsdag 19 november 2013

Als het begin van het leven samenvalt met het einde...

Ik blijf geregeld het gevoel hebben dat het niet echt gebeurd is...
Een darmrommeling in het midden van de nacht, waarbij ik wakker schiet en denk 'oh, hij schopt me wakker!', met een grote glimlach op m'n gezicht.
Een fractie van een seconde duurt het maar, waarop even alles terug goed is.
Totdat de realiteit op me neerdondert. Hij is het niet die me wakker schopt, en hij zal me ook nooit meer wakker schoppen.
Er plots aan denken dat we de gepersonaliseerde Sinterklaas DVD nog moeten bekijken om te zien of de meisjes het leuk zullen vinden.
Totdat ik bedenk dat één van de boodschappen gaat over de komst van hun nieuwe broertje of zusje. Sinterklaas weet toch alles? De DVD verdwijnt in de onderste schuif van de kast, ver weg, om nooit naar te kijken.
En dan ... dan valt de onomkeerbaarheid van de dood weer als een loodzware mantel over m'n schouders.

Hoe geef je je overleden kindje af aan een vroedvrouw, wetende dat het de laatste keer zal zijn? Wetende dat je hem nooit meer zult zien, je nooit meer zijn gewicht in je handen zal voelen, je hem nooit geen kusje meer zal kunnen geven...
We zijn erin geslaagd, Wim en ik, om hem fysiek los te laten, op 1 november 2013.
We hebben onze laatste ogenblikken met hem heel bewust doorgebracht. We hebben samen met hem naar muziek geluisterd, we hebben hem vastgehouden, gekoesterd, we hebben hem een allerlaatste kusje gegeven en we hebben samen gehuild. Verlangend naar een realiteit die we nooit zouden krijgen.
Wat was hij zo ongelooflijk mooi.
En toen hebben we hem die laatste keer afgegeven...
Mijn hart brak, voor de zoveelste keer, in duizenden stukjes...
Ik ben die dag een stukje van mezelf verloren.

Vier lange dagen later werd Mats gecremeerd, lieten we hem zegenen, en kwam hij voor altijd thuis.

Slaap zacht kleine prins,
geen koude meer
geen afstand
niet in onze armen
als in onze diepste wens
maar thuis nu
warm en dichtbij
zoals het hoorde te zijn.



zondag 17 november 2013

Wereldprematurendag 2013

In september schreef ik ons gezin in voor de familiedag van de Vlaamse Vereniging voor Ouders van Couveusekinderen (VVOC). Ik had me niet opgegeven om mee te helpen, omdat ik normaal gezien 20 weken zwanger zou zijn, en ik niet wist of ik nog wel in staat zou zijn om actief deel te nemen.
Op 30 oktober 2013 kreeg het begrip 'prematuriteit' voor ons plots een veel ruimere betekenis.
Met Liv hebben we al bij al geluk gehad. 30 weken is eng, en het geeft geen garanties op een goede uitkomst, maar Liv deed het goed. We hebben onze zorgen rond haar gezondheid al gehad, en ze zijn zeker nog niet van de baan. Maar ze is hier, ze is gelukkig, ze ontwikkelt goed en ze is ongelooflijk sterk. Een doorzettertje.
We weten heel goed dat het niet altijd zo goed loopt, maar hadden, uiteraard, gehoopt nooit een veel dramatischere vroeggeboorte mee te maken.
En dat gebeurde wél.
Premature contracties, die er op 3 uur tijd voor zorgden dat mijn vliezen braken op 17 weken en 2 dagen zwangerschap... daarmee was het doodsvonnis van onze kleine jongen getekend.
Een nieuw slachtoffer van prematurtiteit, in zijn geval 'immaturiteit' genoemd.
Ik wist de afgelopen weken echt niet of we er wel goed aan deden om naar de VVOC familiedag te gaan. Het was iets waar ik voordien echt wel naar uitkeek. Maar nu had het allemaal zo'n pijnlijke dimensie gekregen, dat ik niet wist of ik sterk genoeg zou zijn om er naartoe te gaan.
Een paar dagen geleden hakten we de knoop door dat we wél zouden gaan, met een klein hartje langs mijn kant...
Bij het aanmelden zag ik al meteen bekende, vriendelijke gezichten. De meisjes waren in de wolken met de faciliteiten. Een overzichtelijke binnenspeeltuin, met leuke randanimatie. Een goochelaar, magneten en sleutelhangers maken, tekenen, stickers kleven, tattoo's krijgen, zich laten schminken, liedjes zingen, ballonnen laten plooien, meewerken aan een écht schilderij, en het lijstje gaat door. Ze hebben zich enorm vermaakt, en dat maakte ons ook blij.
Mijn hart voelde weer een paar uurtjes wat minder zwaar.
Ik kon de tranen in mijn ogen niet bedwingen, toen ik zag hoe de VVOC ook gedacht had aan de kindjes, die er nooit fysiek bij zullen kunnen zijn. Een prachtig bord in een rustig hoekje, waarop we een sterretje konden hangen, met de naam van ons sterrenkind erop.
Wim verwoordde het goed. 'We hebben er goed aan gedaan om toch te komen, we zijn hier tenslotte voor twee van onze drie kindjes.'
We hadden ons deze dag wel wat anders voorgesteld een paar maanden geleden...
Maar het is een dag gebleven vol betekenis, blije gezichtjes, troostende babbels en mensen die écht geven om waar ze mee bezig zijn. 

1 op de 10 kinderen wordt te vroeg geboren.
Geef te vroeg geboren baby's jouw stem voor een goede start in het leven.
Neem één minuut de tijd om de online petitie te tekenen van de European Foundation for the Care of Newborn Infants (EFCNI). Zo kunnen we samen de aandacht van beleidsmakers vestigen op het probleem van vroeggeboorte, en krijgt het hopelijk een plaats op de politieke agenda. De petitie wordt nog dit voorjaar afgegeven in het Europees Parlement.
Klik op volgende link: www.enemenemini.org, kies je land rechts op de pagina, en klik op het logo met de voetjes eronder.

Voor Liv, voor Mats*, en voor alle prematuurtjes.




zaterdag 16 november 2013

Overleven

De kippenkraamman op de markt kijkt dwars door mijn masker heen.
'Wat zal het zijn voor u?', met een enthousiaste glimlach.
'Een kleine kip en een potje patatjes, alsjeblieft.'
'Oei, zo'n zwaar oogskes! ... niet goed?'.
Ik knik instemmend en verbijt mijn tranen. Het is even stil, alsof hij wacht op 'ja, de griep heeft me goed te pakken.'
Even overweeg ik om het hem te vertellen. Tot een ouder koppel naast mij inpikt. 'Ah, dan moet ge een goei kippeke eten hé!', met een oprechte lach. Ik forceer een glimlach in hun richting.
'Voila sé', zegt de kippenkraamman, 'Goed eten, straks de zetel in, laat ze u thuis maar soigneren en morgen is alles weer beter!'.
Was het maar zo simpel...
Als iemand me in het midden van de winkel vraagt of het met me gaat, antwoord ik 'ja, gaat wel'.
Wat moet ik zeggen? 'Nee, het gaat helemaal niet goed, ons kind is dood.'?
Maar als ik zeg dat alles ok is, voel ik me zo schuldig tegenover Mats, alsof ik zelfs zijn bestaan ontken.

Ik hoor van mensen rondom me dat ik zo'n sterke vrouw ben, en dat ze zeker zijn dat we er op deze manier sterker uitkomen. Het doet me op een manier deugd, dat andere mensen wél in mij geloven. Want zelf voel ik me helemaal niet sterk. Ik zou zo vaak gewoon in een hoekje willen kruipen en huilen en niets meer voelen. Ik zie ook helemaal niet in hoe dit me sterker kan maken.
De ervaring van Liv's vroeggeboorte heeft me erg getroffen, het voelde ook aan als een soort falen. Ik had haar niet de bescherming kunnen bieden die ik Hanne had gegeven en die de meeste kinderen krijgen. Maar ik heb dat verdriet kunnen omzetten in een drijfveer, om mezelf te verbeteren.
Op persoonlijk vlak, door dankbaarder te zijn met wat we hebben en meer te beseffen hoe fragiel het leven kan beginnen.
Op professioneel vlak, door me extra in te zetten en te verdiepen in de leefwereld van te vroeg geboren kindjes én hun ouders.
Hoewel we het absoluut anders hadden willen zien gebeuren, heeft de ervaring ons wel rijker gemaakt, denk ik.
Ik kan niet zien hoe het verlies van Mats me ooit een rijker persoon zou kunnen maken... ik zie enkel en alleen het verlies.

The hardest thing I've ever had to hear,
was that my child was going to die.
The hardest thing I've ever done,
is to live every day since that moment. 

donderdag 14 november 2013

bedrogen...

Soms ben ik gewoon kwaad, héél kwaad. 
De natuur heeft ons bedrogen.
Ze heeft ons een kindje gegeven.
Een kindje waarin we écht konden geloven, dat al helemaal af was, enkel wat meer tijd nodig had om rijper en groter te worden.
Een kindje dat we al zo graag zagen.
Maandenlang ben ik me élke minuut van élke dag bewust geweest van het feit dat ik niet alleen was, dat er een wonder groeide diep binnenin mij.
Op iets meer dan 4 maanden heb ik een compleet mensje 'gegroeid'.
Als een dief in de nacht heeft de natuur ons kindje teruggenomen. 
Ik kijk naar zijn laatste echo, 5 dagen voordat de natuur ons, op de wreedste manier, op ons kwetsbaarste plekje raakte.
Een onschuldig, puur jongetje dat schijnbaar veilig in mijn buik lag te slapen.
Hoe kan het, dat hij er nu niet meer is? Hoe kan mijn lichaam mij zo in de steek gelaten hebben? Hoe kan de natuur ons zo bedrogen hebben?

Ik kruip in bed met het eeuwige gevoel dat ik iets vergeten ben.

I carried you every second of your life.
I will love you every second of mine.

woensdag 13 november 2013

What could have been...

Het begin van de dag is steeds het ergste. Elke morgend opnieuw verlies ik hem, besef ik dat hij er niet meer is, en dat hij nooit meer terugkomt.
Ik wandel de kinderen naar school, met een gapende leegte, waar twee weken geleden nog een mooie bolling te zien was. In één oogopslag  kan je zien welke ouders 'het weten' en welke geen flauw vermoeden hebben.
Ik loop door de winkel en alles gebeurt precies in een waas, alsof mijn lichaam op automatische piloot werkt. De ene helft van mijn hoofd doet zijn uiterste best om zich te concentreren op wat we nodig hebben, de andere helft blijft maar doormalen...en missen.
De snijdende koude buitenlucht verhult de opwellende tranen van verdriet in mijn ogen.

Het had zo anders kunnen zijn...
Ik had de feestdagen kunnen ingaan met een bolle buik vol leven, vol vertrouwen in de toekomst, hoopvol en vol dromen...
Nu is er enkel leegte, een lege buik, geen nieuw leven meer binnenin, wantrouwen, hopeloosheid en onzekerheid.
Ik had opnieuw een prematuurtje kunnen krijgen, dat knokte zoals Liv. Nog steeds onrijp maar met een hoopvolle toekomst.
Nu werd ons kindje zo vroeg geboren, dat medische hulp niet eens een optie was. Vanaf het verschrikkelijke ogenblik dat mijn vliezen braken, was alle hoop verloren.
Ik had in april 2014 kunnen bevallen van onze gezonde zoon, de meisjes hadden vol trots over hem kunnen stoefen in de klas. We hadden met z'n vijven glunderend in een kamer kunnen zitten...helemaal compleet.
Nu brandt er een kaarsje in een mooie urne op onze kast. Onze woonkamer is warm, vol liefde, maar voor altijd zal er ook die leegte zijn...



maandag 11 november 2013

Mijn 'forever child'

Ik vraag me af of het me ooit nog zal lukken om naar een familiefoto te kijken, zonder het pijnlijk verlangen naar dat jongetje dat daar ook hoorde op te staan... Nu zit hij bij iedereen nog vers in het geheugen. Ze zullen er nog aan denken, dat we eigenlijk nog een zoontje hebben. Maar op een dag zal zijn fysieke afwezigheid zo aanwezig zijn, dat er niet meer aan hem gedacht wordt. Althans, dat is mijn grootste vrees.                                                                                                                                'Een miskraam', wordt hij officieel genoemd, hij heeft geen voornaam, geen familienaam, alsof hij niet eens heeft bestaan. Hoe kan een kindje dat je al weken voelt bewegen onderin je buik, waarvan je weet dat het een jongen zal zijn, wiens naam je gekozen hebt, dat al wenkbrauwen heeft, en nageltjes... en 220 gram weegt... een 'miskraam' zijn?
Het enige bewijs dat er 'iets' gebeurd is, is een kopie van een doktersattest aan het crematorium, waarop staat dat ik 'op 31 oktober 2013 bevallen ben op een zwangerschapsleeftijd van 17 weken van een niet-levensvatbare foetus'. Een niet-levensvatbare foetus...
Oh Mats, wat was je zoveel meer dan dat...
My angel
I love you to the moon and back
I love you to the stars and far beyond
and back to the morning dew
My forever child